Categorieën
- Blog (116)
- Ventielfabrikanten (15)
Regelkleppen bestaan meestal uit drie hoofdonderdelen: het klephuis, de actuator en de accessoires. Het medium stroomt via de inlaat in de klepbehuizing en verlaat deze via de uitlaat. De actuator regelt de werking van de klep en regelt het debiet en de snelheid van het medium. Accessoires worden naast de actuator gebruikt om aan verschillende regel- en bewakingsvereisten te voldoen.
De klepbehuizing van een regelklep is ontworpen om de vloeistofdruk te weerstaan en vereist materialen met voldoende sterkte. Gangbare materialen zijn gietijzer, gietstaal, roestvrij staal en gelegeerd staal. De materiaalkeuze hangt af van factoren zoals de druk van het medium en de ontwerptemperatuur. Het ontwerp van de doorlaat van de klep volgt de principes van vloeistofdynamica om stromingsverliezen te minimaliseren.
Regelkleppen zijn er in verschillende types klephuizen, zoals enkelzits, dubbelzits, hoek- en kooiconfiguraties. De keuze van het juiste type klep hangt af van specifieke procesvereisten en bedrijfsomstandigheden. Naast het huis bevatten de interne onderdelen van het kleplichaam de klepzitting, de klepstoter en de stang.
De zitting is een cruciaal afdichtingsonderdeel van de klepbehuizing en vereist een materiaal met een hoge hardheid om strak tegen de klepplug af te dichten. Gangbare materialen zijn onder andere harde legeringen. Slijtage of schade aan het afdichtingsoppervlak van de zitting kan leiden tot vloeistoflekkage in gesloten toestand, wat de noodzaak van de juiste bescherming tijdens gebruik benadrukt.
Ventielpluggen variëren in structuur afhankelijk van het type regelventiel, waaronder plug-type, schijf-type en bolvormige variaties. De prestaties van de klepplug hebben een directe invloed op de doorstroomregeling en de effectiviteit van de regeling. Ventielpluggen zijn doorgaans gemaakt van slijtvaste en corrosiebestendige materialen, die overeenkomen met de materiaaleigenschappen van het ventielhuis of deze zelfs overtreffen.
De klep en de zitting vormen het afdichtingspaar van de klep, waarbij de nauwe passing bepalend is voor het opvangen van vloeistof en het sluiten van de klep. De mate waarin de klep en zitting openen, bepaalt de stroomsnelheid.
De stang verbindt de actuator met de klep, waardoor de actuator de openingspositie van de klep kan regelen. De stang kan lineair of roterend bewegen, waarbij lineaire stangen geschikt zijn voor precieze afstellingen en roterende stangen voor debietregeling over een groot bereik.
Actuators sturen het openen, sluiten en afstellen van de klep aan. Gebruikelijke typen zijn pneumatische, elektrische en hydraulische actuators, waarbij pneumatische het meest voorkomen vanwege hun eenvoud en kosteneffectiviteit.
Accessoires vullen de actuator aan en verbeteren de functionaliteit van de klep. Dit zijn onder andere klepstandstellers, positiehouders, filterregelaars, boosters en magneetventielen.